A)Zit rechtop, rug gestrekt.
B) Druk kin op de borst
C) Herhaal dit 10 keer.

A) Zit rechtop, rug gestrekt. Ontspan schouders en armen.
B) Breng de schouders naar de oren.
C) Herhaal dit 10 keer.

A) Zit op een stoel. Plaats vingers op bovenste ribben of op het sleutelbeen.
B) Duw ribben of sleutelbeen naar beneden en draai hoofd schuin naar boven en zijwaarts.
Rek minst 10 seconden!
C) Herhaal dit 5 keer aan beide zijden.

A) Zit op een stoel met romp rechtovereind. Houd de zitting vast met de rechterhand.
B) Duw het hoofd met linkerhand voorwaarts en naar links. Leun in dezelfde richting naar voren.
Rek minst 10 seconden!
C) Herhaal dit 5 keer aan beide zijden.


A) Sta met armen voor het lichaam. Draai rechterarm zover mogelijk naar binnen.
Leg de rechterhand met de handrug in de linkerhand.
B) Strek de rechterarm. Duw linkerhand omhoog.
Rek minst 10 seconden.
C) Herhaal dit 5 keer aan beide zijden.


A) leg beide handpalmen tegen elkaar.
B) Duw de handen naar beneden, maar houdt kontakt met de hele hand.
Rek minst 10 seconden!
C) Herhaal 10 keer.


A) Knijp beide handen tot vuisten.
B) Strek en spreidt de vingers.
C) Herhaal 10 keer.

Terug